Omschrijving thema | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 1.797 | 563 | 3.684 | 1.378 | 1.280 | 2.149 |
Totaal lasten | 1.797 | 563 | 3.684 | 1.378 | 1.280 | 2.149 |
Baten | 111.674 | 123.714 | 131.555 | 130.677 | 132.474 | 135.212 |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal baten | 111.674 | 123.714 | 131.555 | 130.677 | 132.474 | 135.212 |
Saldo van lasten en baten | 109.876 | 123.150 | 127.870 | 129.299 | 131.195 | 133.063 |
---|
Storting in reserves | 2.563 | 1.964 | 35 | 319 | 316 | 316 |
---|---|---|---|---|---|---|
Onttrekking aan reserves | 6.615 | 6.750 | 3.546 | 2.498 | 2.527 | 2.966 |
Totaal van het programma | 113.928 | 127.936 | 131.381 | 131.477 | 133.406 | 135.713 |
---|
Algemene uitkering
Product | Algemene uitkering | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | |
Lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten | -98.971 | -103.387 | -110.989 | -109.748 | -111.188 | -113.536 |
Saldo | 98.971 | 103.387 | 110.989 | 109.748 | 111.188 | 113.536 |
De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op de stand van de septembercirculaire 2021. De belangrijkste ontwikkelingen hieruit zijn de volgende:
Met ingang van 2022 is de normeringssystematiek ("Trap op-trap af") na twee jaar weer van toepassing. Door de forse intensiveringen die het demissionaire kabinet in de miljoenennota heeft voorgesteld en hogere verwachte loon- en prijsstijgingen neemt de algemene uitkering voor Nieuwegein toe met € 2.011.000.
Voor 2022 is (opnieuw) de opbouw van de opschalingskorting geschrapt. Hierdoor stijgt de uitkering eenmalig met € 928.000. Het volgende kabinet zal een besluit moeten nemen over de verdere voortgang van deze opschalingskorting.
De algemene uitkering wordt met € 4.826.000 verhoogd als gevolg van de uitspraak van de commissie van wijzen over de benodigde hoogte van de budgetten voor de jeugdzorg. Dit kabinet heeft deze middelen nu alleen voor 2022 beschikbaar gesteld. Het volgende kabinet zal een besluit moeten nemen over de latere jaren. Wel is het de gemeente toegestaan om van de verwachte bedragen 75% op te nemen in de meerjarenbegroting. Deze bedragen hebben wij verwerkt en ook opgenomen in de risicoparagraaf, omdat nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden. Tegelijkertijd hebben wij de resterende 25% als positief risico meegenomen, omdat wij dit bedrag op basis van het rapport wel verwachten deze bedragen te ontvangen.
De gemeente ontvangt voor 2022 een bedrag van € 280.000 als corona steunpakket, bedoeld voor kosten van re-integratie, schuldenbeleid en bijzondere bijstand. In afwachting van nadere invulling zijn deze bedragen vooralsnog op de stelpost taakmutaties gezet.
Naast deze belangrijke aanpassingen vinden ook nog andere mutaties plaats, onder meer in de uitkeringsbasis en de maatstaven.
Belastingen
Product | Belastingen | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | |
Lasten | 1.953 | 1.402 | 766 | 767 | 768 | 770 |
Baten | -20.047 | -19.787 | -20.092 | -20.454 | -20.813 | -21.203 |
Saldo | 18.094 | 18.385 | 19.326 | 19.688 | 20.044 | 20.433 |
De lasten betreffen de kosten van invordering door de BGHU (€ 675.000) en een inschatting van te betalen vennootschapsbelasting (€ 91.000). Voor wat betreft de vennootschapsbelasting wordt jaarlijks de te betalen belasting geraamd op de "winst" op de reclame-inkomsten van de gemeente. De verwachte vennootschapsbelasting voor het grondbedrijf wordt jaarlijks aan de hand van de voorlopige aanslag ingeschat en verwerkt in de bestuursrapportage 2022. Het grote verschil met de lasten in de begroting 2021 ontstaat doordat hierin de voorlopige aanslag van de vennootschapsbelasting voor het grondbedrijf is opgenomen.
Voor een toelichting op de baten wordt verwezen naar de paragraaf Lokale Heffingen.
Nog te besteden middelen
Product | Nog te besteden middelen | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | |
Lasten | 136 | 160 | 321 | 230 | 1.555 | 2.715 |
Baten | -121 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo | -15 | -160 | -321 | -230 | -1.555 | -2.715 |
Het hier geraamde bedrag betreft de volgende stelposten:
Stelpost onvoorzien: Dit is een bedrag van € 35.000 voor het opvangen van onvoorziene uitgaven.
Stelpost Vernieuwingsopgave: Deze stelpost van € 500.000 is gevormd voor het opvangen van mogelijk hogere kapitaallasten van een aantal langlopende projecten. Aangezien de extra kapitaallasten voor deze investeringen in het jaar na afronding gaan lopen, is dit budget opgenomen vanaf 2024. Deze post kan uitsluitend worden ingezet nadat hiertoe door uw raad wordt besloten.
Stelpost kapitaallasten MIP: Hierin is het bedrag opgenomen voor de kapitaallasten van de (vervangings)investeringen die in het meerjaren-investeringsplan (MIP) staan. Het gaat hierbij om toekomstige investeringen, waarover besluitvorming plaatsvindt bij de begroting van het desbetreffende jaar.
Stelpost Taakmutaties algemene uitkering: Op deze stelpost worden de middelen geraamd die door middel van taakmutaties aan de algemene uitkering worden toegevoegd of onttrokken en nog niet op de betreffende producten zijn verwerkt. Voor 2022 gaat het hierbij onder meer om een bedrag van € 280.000 dat kan worden gebruikt als corona steunpakket voor kosten van re-integratie, schuldenbeleid en bijzondere bijstand.
Treasury
Product | Treasury | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | |
Lasten | -641 | -458 | -246 | -559 | -1.071 | -1.569 |
Baten | -334 | -565 | -500 | -500 | -500 | -500 |
Saldo | 975 | 1.023 | 746 | 1.059 | 1.571 | 2.069 |
Zoals in de paragraaf Treasury aangegeven dalen de rentelasten van de gemeente in de komende jaren fors. Doordat de rentelasten van de investeringen zijn over de periode van de meerjarenbegroting berekend op basis van de rekenrente van 1%, ontstaat er op dit product een treasuryresultaat. Dat valt echter bij het opstellen van de begrotingen van toekomstige jaren weer weg tegen de verlaging van de toegerekende rentelasten aan de investeringen. Het vordeel van de lagere rentelasten zelf zijn verwerkt in het perspectief.
Resultaatbestemming
Product | Resultaatbestemming | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | |
Lasten | 0 | -541 | 2.842 | 940 | 27 | 233 |
Baten | 7.798 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo | -7.798 | 541 | -2.842 | -940 | -27 | -233 |
Zoals aangegeven in het financieel perspectief laat het begrotingsresultaat voor alle jaren een positief resultaat zien.
Overige algemene dekkingsmiddelen
Product | Overige algemene dekkingsmiddelen | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | |
Lasten | 350 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Baten | 0 | 26 | 26 | 26 | 27 | 27 |
Saldo | -350 | -26 | -26 | -26 | -27 | -27 |
Reservemutatie Algemene dekkingsmiddelen
Reservemutaties per Reserve | ||||||
Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | |
Algemene Reserve | 719 | 793 | - | - | - | |
Reserve Grondbedrijf | 1.245 | 488 | 94 | -319 | -316 | -316 |
Reserve kapitaallasten | 3.547 | 3.787 | 3.452 | 2.259 | 2.259 | 2.259 |
Reserve nota kapitaalgoederen | -1.459 | -198 | -35 | 238 | 268 | 707 |
Mutatie reserve Coronakosten | -84 | - | - | - | ||
Saldo | 4.052 | 4.786 | 3.510 | 2.178 | 2.211 | 2.649 |
Toelichting
Reserve Grondbedrijf :
De storting in 2021 en volgende jaren heeft betrekking op het begrote resultaat van de grondexploitaties. Voor 2022 is er per saldo sprake van een onttrekking aan de reserve als gevolg van kosten voor het opstellen van een strategisch-ruimtelijke visie voor de A12-zone (€ 300.000) en het Integraal Ruimtelijk Perspectief en Programma (REP fase 4; € 70.000).
Reserve kapitaallasten:
Deze reserve is gevormd voor de dekking van een aantal kapitaallasten in de begroting. Jaarlijks wordt daarvoor een bedrag onttrokken aan deze reserve. Met ingang van 2022 is de reserve opnieuw opgezet om te voldoen aan de voorwaarden, die de toezichthouder stelt aan dekkingsreserves. Aan deze reserve worden alleen nog de afschrijvingslasten van de onderliggende investeringen onttrokken. Het restant is overgezet naar de reserve Betere buurten, waar deze worden verrekend met de stortingen in die reserve. Doordat in het verleden teveel is onttrokken aan de reserve (als uitvloeisel van de oorspronkelijk geraamde inzet van de reserve in 30 jaar) en noodzakelijke aanpassingen, omdat dalende rentelasten niet langer kunnen worden verrekend met de reserve, ontstaat in de nieuwe situatie een nadeel, dat is verwerkt in het perspectief.
Reserve nota kapitaalgoederen:
Conform de nota kapitaalgoederen wordt het voordelig effect van de investeringen in de openbare ruimte als gevolg van de wijziging in de BBV gestort in de reserve nota kapitaalgoederen. De toename van de kapitaallasten als gevolg van de investeringen wordt middels een onttrekking aan deze reserve verwerkt. Door de toename van de kapitaallasten als gevolg van de investeringen is er vanaf 2023 per saldo sprake van een onttrekking aan deze reserve.