Inleiding
Sinds 2021 is in de begroting een paragraaf Bedrijfsvoering opgenomen. De paragraaf Bedrijfsvoering is een verplichting in het BBV. Wij leggen de nadruk op (interne) beheersing en controle, toezicht en verantwoording. We benoemen de minimale voorwaarden vanuit de toezichthouders maar ontwikkelen en benoemen hierbij ook onze eigen ambitie.
- Rechtmatigheidsverantwoording
Met ingang van 2021 zou het college via de jaarrekening verantwoording gaan afleggen over rechtmatigheid. Recent is bekend geworden dat invoering van deze rechtmatigheidsverantwoording een jaar wordt uitgesteld. Met ingang van 2022 gaat het college dus verantwoording afleggen over de rechtmatigheid van de baten, de lasten en de balansmutaties; oftewel een rechtmatigheidsverantwoording. Deze taak ligt nu nog bij de accountant die een oordeel geeft over de rechtmatigheid én getrouwheid van de jaarrekening. In de nieuwe situatie zal de accountant zich beperken tot een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening. De rechtmatigheidsverantwoording wordt onderdeel van de (financiële) jaarrekening, waarbij in deze paragraaf bedrijfsvoering de rechtmatigheidsverantwoording wordt toegelicht.
Basis voor de rechtmatigheidsverantwoording
De toetsing van rechtmatigheid van de jaarrekening richt zich op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten en balansmutaties. De volgende aspecten vallen onder de rechtmatigheidsverantwoording van het college:
- Begrotingsrechtmatigheid (overschrijding van de lasten per programma)
- Voorwaardencriterium (toetsing aan de wet- en regelgeving)
- Misbruik en oneigenlijk gebruik (is er sprake van fraude of het misbruiken van regelingen).
Begrotingsrechtmatigheid (inclusief kredietoverschrijdingen) bewaken we gedurende het jaar. Met de 1e en 2e nota technische wijzigingen voorkomen we waar mogelijk dat er in de jaarrekening geen begrotingsonrechtmatigheden of kredietoverschrijdingen zijn. Het voorwaardencriterium en het M&O criterium wordt geborgd aan de hand van bestaande procedures, en ingerichte interne controlemaatregelen.
Aanpak
Ter voorbereiding op deze rechtmatigheidsverantwoording wordt het interne controle proces uitgesplitst in een rechtmatigheidsonderdeel (valt met ingang van 2022 onder het college) en een getrouwheidsonderdeel (blijft vanaf 2022 vallen onder de controle van de accountant). De toetsing op het voorwaardencriterium en het misbruik- en oneigenlijk gebruik zal per proces worden aangepakt, waarbij we uitgaan van gedegen procedures, de inventarisatie van risico’s, het nemen van beheersmaatregelen én we de interne controle daarop zodanig in te richten dat de kans op fouten wordt beperkt tot het minimum.
Controletoleranties
In april 2021 heeft de raad de volgende tolerantiegrenzen vastgesteld voor de rechtmatigheidsverantwoording:
- De verantwoordingsgrens voor rechtmatigheidsafwijkingen in het
verslagjaar 2022 is vastgesteld op 2 procent van de totale lasten
(inclusief toevoegingen aan de reserves) en vanaf het volgende jaar op 1%.
- een rapporteringsgrens van € 100.000
De rapportage over rechtmatigheid (fouten en onduidelijkheden) vindt plaats in de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarrekening. Hierbij wordt de huidige rapportagetolerantie aangehouden, waarbij rechtmatigheidsfouten en/of onduidelijkheden groter dan € 100.000 worden toegelicht door het college. In deze paragraaf wordt tevens ingegaan op de acties voortkomend uit eventuele rechtmatigheidsfouten, teneinde deze fouten in de toekomst te voorkomen.
Niet-financiële onrechtmatigheden
De commissie BBV adviseert in de recente notitie Kadernota Rechtmatigheid 2022om de niet-financiële onrechtmatigheden in het verband met het niet naleven van bepalingen in de wet fido en bijbehorende regelingen op te nemen in deze paragraaf Bedrijfsvoering. Dit nemen wij over, daarnaast wordt jaarlijks in de paragraaf financiering ook ingegaan op wet fido. Als laatste adviseert de Commissie BBV om geconstateerde fraude uit de eigen organisatie in deze paragraaf toe te lichten. Dit komt jaarlijks terug aan de hand van een frauderisico-inventarisatie.
Ambitie
De invoering van de (financiële) rechtmatigheidsverantwoording door het college zien we een als een goede basis naar de doorontwikkeling van de bedrijfsvoering. De basis voor een verantwoording over de rechtmatigheid valt of staat met de naleving van de vastgestelde procedures, werkwijzen en wet- en regelgeving. We willen ook toe naar het meer integraal werken en samen optrekken. Voor wat betreft deze rechtmatigheidsverantwoording is het goed om in de komende periode nader de samenwerking op te zoeken met andere ontwikkelingen en projecten binnen Bedrijfsvoering, zoals procesmanagement, legal audit en ISMS.
2. Fiscaal in control
Als gemeente Nieuwegein willen wij een fiscaal beleid dat gericht is op het realiseren van de maatschappelijk doelen die door de gemeente zijn afgesproken. De gemeente doet dit binnen de fiscale wet- en regelgeving en is in staat, zowel intern als extern, hier tijdig, juist en volledig verantwoording over af te leggen. Binnen de kaders van het maatschappelijk doel en de wet- en regelgeving streven wij naar een zo gunstig mogelijk onderbouwd fiscaal resultaat. Vanuit de middelen die in de begroting 2021 beschikbaar zijn gesteld wordt de personele capaciteit op fiscaal terrein uitgebreid.
Uitgangspunten
Bovengenoemde doelstelling realiseren wij met de volgende maatregelen:
- Wij hanteren een zuivere interpretatie van de wet- en regelgeving, die operationeel praktisch en proportioneel uitvoerbaar is.
- De gemeente staat voor een rechtvaardige belastingheffing. Wat moet worden betaald, betaalt de gemeente tijdig, maar niet meer dan noodzakelijk.
- De gemeente neemt– in het kader van het maatschappelijk belang – bij dossiers een eigen standpunt in, binnen de kaders van de wet. Dit standpunt dient een logische redeneerlijn te kennen en een goede fiscaal juridische onderbouwing. Deze werkwijze kent een gecalculeerd risico maar borgt dat de gemeente een verdedigbaar besluit neemt.
- De gemeente werkt opgavegericht en kijkt van buiten naar binnen. De fiscaliteit is daarbij dienend, maar tevens een randvoorwaarde. Het raadplegen van een intern of extern fiscaal specialist voor tactische en strategische plannen is daarom vanuit het opgavegericht werken verplicht.
- Fiscale basiskennis wordt binnen de formatie op- en uitgebouwd, Voor grote, over het algemeen gemeente overstijgende en maatschappelijke relevante projecten, vraagt de gemeente extern fiscaal advies;
- Iedereen die is betrokken bij het fiscale proces of die verantwoordelijk is voor de fiscaliteit heeft een proactieve houding. Dit uit zich in een hoog signaleringsniveau, het mogen en kunnen aanspreken van collega’s, het mogen en durven aangeven van het ‘niet-weten’ en doen wat is beloofd en is afgesproken;
- Fiscale dilemma’s en afwegingen worden transparant besproken binnen en met het management. Het management voert hierop actief beleid en moedigt medewerkers aan dit te doen. In de organisatie zijn rollen en verantwoordelijkheden belegd die eraan moeten bijdragen dat risico’s maximaal worden teruggebracht. Ter verhoging van het fiscale bewustzijn is een werk- en stuurgroep structuur ingericht.
Tax Control Framework (TCF)
Het TCF bevat beheer- en controleplannen op de verschillende fiscale terreinen en de wijze waarop het fiscale advies in de organisatie wordt geborgd. Hiermee geven wij het handelingskader handen en voeten. Deze plannen dragen eraan bij dat de gemeente kan voldoen aan haar compliance–verplichting, zoals deze is opgedragen door de wetgever.
Bij volledig door- en uitvoeren en toepassen van het TCF worden de fiscale risico’s voor de gemeente Nieuwegein transparant gemaakt en zo veel als mogelijk beperkt.
Activiteiten 2022
Eén van de uitgangspunten in het TCF is voortdurend verbeteren, door het analyseren van fouten. Vandaar dat sommige activiteiten benoemd in de begroting 2021 in de daar op volgende begrotingen ook benoemd worden.
- Voorbereiden en opstellen van een fiscale beleidsnota die in de eerste helft van 2022 aan de raad zal worden voorgelegd;
- Uitvoeren controleplannen voor de drie belastingen (btw, vpb en loonheffing);
- Voldoende inzicht in de fiscale positie om concrete verbetertrajecten te starten;
- Centrale archivering van de ingenomen standpunten en controle-activiteiten inzake loonheffing.
- Verbreding van de kennis in de organisatie op fiscaal terrein en het up-to-date houden van het kennisniveau van de fiscaal medewerkers.
- Via de P&C documenten (paragraaf bedrijfsvoering) structureel met de raad in gesprek over fiscaliteit en het bijbehorende risicoprofiel.
3. Toezichtinformatie
De Wet revitalisering generiek toezicht (Wet Rgt) heeft tot doel het interbestuurlijk toezicht van de verschillende bestuurslagen te verbeteren. Het uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht is verschoven van verticaal toezicht naar horizontale verantwoording: van verantwoording van gemeente naar rijk of provincie (verticaal) werken we toe naar een verantwoording van college aan de raad (horizontaal). De gemeenteraad is derhalve primair verantwoordelijk om toezicht te houden op het college omtrent medebewindstaken. Het verticale toezicht, door provincie of rijk, blijft bestaan, maar zal meer op de achtergrond worden uitgevoerd. Voor de provincie is dit vastgelegd in de provinciale verordening systematische toezichtinformatie provincie Utrecht. Voor het rijk ligt dit vast in diverse wetgeving per medebewindstaak.
3.1 Provincie als toezichthouder
Dit betreft de volgende domeinen:
- Financieel toezicht
- Informatie- en archiefbeheer
- Omgevingsrecht (Wabo, RO, Monumenten en Archeologie)
- Huisvesting vergunninghouders
De provincie hanteert een score aan de hand van kleuren:
- Groen: adequaat, betekent voldoende of repressief toezicht in het geval van financieel toezicht
- Geel redelijk Adequaat, voor verbetering vatbaar
- Rood: niet adequaat, onvoldoende (of preventief toezicht in het geval van financieel toezicht)
Voor 2022 streven we voor alle domeinen naar een adequaat oordeel (groen).
U wordt over deze interbestuurlijke toezichttaken geïnformeerd aan de hand van jaarlijkse verantwoordingen. In de jaarrekening vermelden we de status van de rapportages.
3.2 Rijk als toezichthouder
Het rijk is verticaal toezichthouder op de volgende thema’s: Informatieveiligheid, AVG, Wet Kinderopvang, Leerlingenvervoer, Leerplicht, Wet Publieke gezondheid, Drank- en horecawet, Stadstoezicht en Wet Veiligheidsregio’s. In paragraaf 3.3 gaan we nader in op de onderwerpen informatieveiligheid en AVG.
3.3 Informatieveiligheid en privacy
In 2022 werken we verder volgens een systematische aanpak om privacy en veiligheid van (vertrouwelijke) informatie te verbeteren. We verstevigen de kwaliteitscyclus van plannen, doen, controleren en actualiseren. We werken doorlopend aan het implementeren en bestendigen van BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en AVG-maatregelen (Algemene Verordening Gegevensbescherming – de Europese privacywet.)
We helpen elkaar het goede te doen
Vaak is menselijk gedrag, niet technisch falen, de oorzaak van datalekken en beveiligingsincidenten. Goed gedrag begint bij het belang inzien en weten wat je moet doen. Daarom werken we voortdurend om de kennis over privacy en informatieveiligheid van medewerkers, management en bestuur te vergroten. We maken daarvoor onder meer gebruik van e-learning en een communicatiecampagne. Naast algemene informatie gaan we ook in op specifieke onderwerpen zoals veilig e-mailen, sterke wachtwoorden en het doorzien van phishing (digitale oplichting.)
We werken risicogestuurd
De gemeentelijke organisatie is steeds in beweging. Bij veranderingen die aan privacy of informatieveiligheid raken, voeren we vooraf een risicoanalyse uit. We treffen maatregelen om gevonden risico’s in te perken. De functionaris voor gegevensbescherming adviseert het college hierover voordat de verandering ingaat. Hij toetst ook of de verandering noodzakelijk is en in verhouding staat tot het doel.
We meten onze voortgang
Om onze status en voortgang te meten, gebruiken we de gap analyse BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en de AVG Borging van VNG Realisatie. Dat zijn uitgebreide instrumenten waarmee een gemeente kan beoordelen waar zij staat op het gebied van veiligheid en privacy. Aan de hand van de resultaten, sturen we bij.
We leggen verantwoording af
Jaarlijks legt de gemeente verantwoording af over informatieveiligheid aan het ministerie en aan de gemeenteraad. Het gaat dan om audits en rapportages over het gebruik van basisadministraties, DigiD en Suwinet. Al deze audits en rapportages zijn gebundeld in de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA), die aansluit op de gemeentelijke planning en control-cyclus. In de jaarrekening rapporteren wij over deze zelfevaluaties en audits.
We verbeteren de techniek
We houden onze bestaande ICT-systemen veilig door preventief onderhoud. Bij inkoop van nieuwe systemen stellen we eisen aan de informatieveiligheid en de bescherming van privacy.
We laten onze beheerprocessen en -organisatie toetsen om verbeterpunten te vinden en die door te voeren. We nemen deel aan GGI-Veilig, waaruit we middelen selecteren die ons helpen onze ICT-systemen beter te beveiligen. In 2021 hebben we onze firewall gemoderniseerd, de volgende stap is een SIEM/SOC dienst, waarbij computerdreigingen zoals hackpogingen of malware centraal in de gaten worden gehouden en aan ons gerapporteerd. Een dergelijke dienst vraagt veel van de (ICT-)organisatie en mede daarom zullen we eerst de impact ervan onderzoeken, inclusief de benodigde investering in mensen en middelen.
4. College-onderzoeken
Op grond van artikel 213a van de Gemeentewet onderzoekt het college periodiek de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur en deelt de resultaten hiervan met de raad. Het college maakt jaarlijks een onderzoeksplan. Het doel van deze onderzoeken is de mate van interne beheersing van de gemeentelijke organisatie te meten en waar mogelijk te verbeteren.
Geplande onderwerpen voor 2022:
- Evaluatie informatie aanpak meldingen openbare ruimte
- Monitor Sociale Kracht
Ad 1: Evaluatie informatie aanpak meldingen openbare ruimte
In 2022 zal een onderzoek worden uitgevoerd naar de klanttevredenheid van inwoners over de toepassing van de informele aanpak bij bezwaren en het bezwaarproces in zijn geheel. Aanleiding vormt het rekenkameronderzoek dat weliswaar bevestigde dat de werkprocessen in bezwaar in beginsel prima zijn maar met de organisatie onderkende dat de informele aanpak (die al jaren succesvol wordt ingezet) nog niet eerder aan een klanttevredenheidsonderzoek is onderworpen. Ook bij de Legal audit wordt onderzocht waar in de aanpak de gemeente nog kan verbeteren. De Legal audit bestaat uit de volgende aspecten: 1. de wijze waarop de juridische functie in de gemeentelijke organisatie is gestructureerd, 2. de kwaliteit van de juridische dienstverlening; 3. de juridische standaarden en protocollen die worden gehanteerd om de juridische kwaliteit binnen de gemeentelijke organisatie te waarborgen en waarbij aandacht is voor risicobeheer.
Ad 2: Monitor Sociale Kracht
In 2022 wordt de Onderzoeksagenda voor de Transformatieagenda uitgevoerd, waaronder de Monitor Sociale Kracht en cliëntervaringsonderzoeken Jeugd en Wmo. In de Monitor Sociale Kracht staat de beleving van de burgers centraal: wat vinden de burgers, redden ze zichzelf, wat kunnen ze (zelf en met anderen) doen en belangrijk ook: wat willen ze doen?’
Onderstaand een overzicht van de eerder uitgevoerde en lopende onderzoeken in het kader van artikel 213a Gemeentewet doelmatigheid en doeltreffendheid.
jaar | Onderwerp | soort |
---|---|---|
2018 | Evaluatie vertrouwen op de kracht van de stad | doeltreffendheid |
2018 | Evaluatie P&C cyclus | doeltreffendheid |
2018 | Evaluatie regelingen voor kinderen in armoede | doeltreffendheid |
2019 | Verduurzaming vastgoed | doelmatigheid |
2019 | Inkoopscan gemeentelijke organisatie | doelmatigheid |
2020 | Treasury | doeltreffendheid |
2020 | Onderzoek Dimensus: cliënttevredenheid over de dienstverlening van Geynwijs | Doeltreffendheid |
2021 | Onderwijshuisvesting | Doeltreffendheid |
2021 | Clienttevredenheidsonderzoek Geynwijs | Doeltreffendheid |
2021 | Ruimtelijke procedures | Doelmatigheid |
Tabel: Overzicht onderzoeken 213a